Hoofdstuk 5: Beveiligingen
Hoofdstuk 5: Beveiligingen
Natuurlijk moet ons GIP ook beveiligd worden. We moeten ervoor zorgen dat de omgeving ten alle tijden zo veilig mogelijk is. We maken hierbij gebruik van veiligheidsrelais, een deurbeveiliger, afschermingen, kooi, … .
De leer van veiligheidstechnieken krijg je bij de lessen toegepaste processen op het 6de jaar.
5.1 Veiligheidsrelais PilzPnoz
5.1.1 Bepalen veiligheidsrelais
Welke veiligheidsrelais is bestemd voor deze GIP, dat bepalen we a.d.h.v. een schema:
Zo komen we bij het type: PNOZ sigma
PNOZ sigma is verder verdeeld van S1 tot s 22. We bepalen in de tabel welke we kiezen.
In ons GIP hebben we:
- Een noodstop
- Een deurbeveiliger
- Een lichtscherm
Met deze gegevens besluiten we te kiezen voor: PNOZ sigma S3
5.1.2 Voordelen door het plaatsen van een PilzPnoz S
- Verhoging van de productiviteit en de veiligheid van de operators
- Verhoging van de productiviteit doordat onnodig uitschakelen wordt voorkomen:
- Tijd besparen bij het afstellen en bij de vervanging van apparaten dankzij comfortabele bediening via de draaiknop (druk en draai)
5.2 Deurschakelaar
Met een deurbeveiliger kunnen we ervoor zorgen dat wanneer men de deur van de kooi opendoet, de transportband uitvalt. Een deurbeveiliger bestaat uit twee delen, een zender en ontvanger. De zender stuurt wanneer we spanning geven, een lichtsignaal naar de ontvanger, wanneer dit contact verbreekt, krijgt de PLC een signaal en valt de transportband uit. Wanneer we de twee oppervlakten weer herstellen, zullen we eerst op de reset knop (blauw) drukken. Deze zorgt ervoor dat de veiligheidsrelais weer aangaan. Als deze weer terug aan zijn, dan kan de transportband weer zijn werk doen.